JANTJE BARTELDS

HANDELAAR IN LOMPEN, OUD IJZER EN "ANDERE ONGEREGELDE ZAKEN"

Rijdende handelaar

Jaren geleden was het gebruikelijk dat winkeliers zoals de melkboer, de groenteboer en de bakker aan huis bezorgden.

Niet alleen werden er producten bezorgd, ook werden er spullen opgehaald. Bij de schillenboer kon men “gft” inleveren, de melkboer nam de lege flessen weer mee en ook voor oude lompen was er een rijdend innamepunt.

Jantje Bartelds was een van deze rijdende handelaren. Met paard en wagen reed hij door Rijssen om spullen zoals lompen en oud ijzer op te halen. Je hoorde hem van ver aankomen door zijn galmende roep: “lompeej, lompeej”.

Ouders dreigden hun balsturige kinderen wel eens dat ze met Bartelds meegegeven zouden worden als ze stout bleven. Het uiterlijk van Jantje was misschien enigszins vervaarlijk, maar in wezen was hij een aardige man.

Johan Jacob Bartelds

 

Levensloop

Jantje (Johan Jacob) Bartelds werd geboren te Hengelo op 26 september 1924 als zoon van Weipe Bartelds en Catharina Roose.

Vader Weipe, van beroep koopman, kwam uit Hengelo (Gld) en moeder Catharina uit ’s Gravenhage.

In de tweede Wereldoorlog werd Jantje in Duitsland tewerkgesteld.

Op de lijst met tewerkgestelden is te lezen dat hij op dat moment op een woonwagenkamp in Apeldoorn woonde. 

 

Arbeidsinzet Tweede Wereldoorlog

Gezin Bartelds

Op 25 oktober 1945, vlak na de oorlog, trouwde Jantje met Aleida Hendrika van Hal. Het huwelijk werd voltrokken in Apeldoorn, hierbij werd dochter Catharina, geboren in 1944, gewettigd.

Het echtpaar woonde langere tijd in Enschede, waar nog 6 kinderen werden geboren. In 1995 trof een drama het gezin: dochter Rita werd op 36-jarige leeftijd om het leven gebracht door haar ex-man.

Verhuizing

Vanuit Enschede kwam de familie Bartelds te wonen aan de Noachstraat in Rijssen.

Vanwege het saneringsplan van de gemeente moest hun woning in 1968 worden afgebroken, waarna de familie een nieuwe woning toegewezen kreeg in de Braakmanslanden.

De bewoners van deze wijk (autochtone Rijssense landbouwers) maakten echter bezwaar tegen de komst van de familie.

In een brief aan de raadsleden uitten de bewoners hun bezorgdheid over de mogelijke opslag van spullen om de woning van de familie Bartelds. Het zou “een rommeltje” worden.

Gemeentesecretaris H.J. Nijland stelde: “Ik verwacht niet dat het in de omgeving van de Braakmanslanden tot handtastelijkheden zal komen. Zowel Bartelds als de meeste landbouwers daar gaan naar dezelfde kerk en de kinderen bezoeken dezelfde school. Ik denk dat men hem wel snel in de noaberschap zal opnemen”.

Op 18 oktober 1968 betrok de familie hun woning aan de Keizersdijk.